Er zijn miljoenen Boeboeks, verspreid over de hele wereld. De bekendste (via de verhalen) zijn echter de Papaverboeboeks:
Pit en Soeza: leergierige, bijdehante meisjesboeboeks, iets knapper dan…
Puf en Piepel: echte waaghalzen, onbezonnen deugnieten, sloddervossen en avonturiers.
Opa Kakadoris: is de stamvader van de sibbe. Hij is al heel erg oud (bijna 200) en erg wijs.
Hij weet alles af van geneeskrachtige kruiden en drankjes en woont samen met een hoop kriebelbeestjes onder de Oude Vissershut bij de Lisvijver.
Peukel Pad is zijn bovenbuur en naaste vriend.
Opa Papaver of de Grote Kakadoris, zoals hij ook wordt genoemd, heeft een heel erg sterk Simpal- en voorgevoel.
Oma Gnolia: kleindochter van opa Kakadoris en oma van Pit, Puf, Piepel, Soeza en de groeiende tweeling in de buik van moeke Moes. Stevige oma, drinkt graag glaasje en vertelt fantastimastische griezelverhalen over Peetieloetie, Takkewijf, Wiezel de Biezegriezel, Molik de Vogelschrik en andere Gruwels. Haar motto is: “Indringers geef je best eerst een tik en vraag je dan pas wat ze komen uitspoken.” Geen dametje om zonder handschoenen aan te pakken. Is goeie maatjes met (haar drinkebroeder) Opa Brammerd, de opa van Woel en Wommel. Samen maken die twee fuifnummers elk jaar de heerlijkste wijn van bessen, vlierbloesem, bosaardbeien,…
Tante Knulp: de zwerfboeboek van de familie. Hip zigeunertype. Kent alle verhalen van oma Tinkel en heel veel oude liederen uit het hoofd. Heeft overal vrienden, ook in de stad, waar ze vaak vertoeft. Ze is de trotse bezitster van een oud draaiorgeltje, waarmee ze zich bij het zingen vaak zelf begeleidt.
Papa Pompel, moeke Moes, tante Treuzel en oom Grobbel: holvaste Boeboeks, die dol zijn op (hun) kinderen en houden van lekker eten,knuffelen, feestvieren, muziekinstrumenten maken,…
Bonkel Groezel: is geen Papaverboeboek, maar een Ranonkelboeboek, maar wordt als lid van de familie beschouwd. Imker en biobosboer. Uitzonderlijk groot (15 keutels!)en sterk. Zijn hersenen zijn niet groter dan een stuifmeelpolletje, maar zijn hart lijkt wel een reuzenhoningkoek. Is dol op kleine keutels! Woont vlakbij het huisje van Jan Appel, waar hij zijn grote biobostuin heeft.
Verder zijn er de vrienden uit het Grote Biezebos:
Woel en Wommel Bosmuis, Jek, Kama, Kuif, Midas Das, Opa Brammerd, Peukel Pad, e.v.a… En de Griezels uit de verhalen van oma Gnolia:
Peetieloetie, Takkewijf, Wiezel de Biezegriezel, Molik de Vogelschrik.